Josephine Tey Een koninkrijk voor een moord
Amsterdam: De Arbeiderspers, 1991, 198 blz. Antwerpen, Uitg. Manteau, 2024, 208 blz. - vertaald door Lore Coutinho - ook als e-boek.
- origineel: The Daughter of Time (1951)./

Waardering: * * * * * / 5
In 1990 is Een koninkrijk voor een moord (The Daughter of Time) door the British Crime Writers' Association uitgeroepen tot "the greatest mystery novel of all time". Terecht.

Een koninkrijk voor een moord*

In de badkuip der geschiedenis is de waarheid nog glibberiger dan de zeep en veel moeilijker te vinden.

(Terry Pratchett, Betoverkind)

 


Lijken in de Tower

Tijd en ruimte: Engeland, 15de eeuw - 20ste eeuw

Een klein bericht in de krant, september 2012: BBC-filmploeg maakt opnamen in en om Brugge en Gent, voor een tiendelige televisiereeks naar De witte roos van Philippa Gregory, een verhaal dat zich afspeelt ten tijde van Edward IV en Richard III. Voldoende om mijn belangstelling te wekken. (Zie bijlage 1)

De Rozenoorlogen tussen de huizen van York en Lancaster krijgen in onze schoolboeken en lessen niet meer dan hoogstens twee alinea’s toebedeeld. Kan ook moeilijk anders, gezien de omvang van het leerprogramma. Toch is het een van de bloedigste episodes uit de Engelse geschiedenis: gedurende twee generaties is hier gevochten met een verbetenheid, een betere zaak waardig. Zowat de hele oude Engelse adel werd uitgemoord, duizenden gewone mensen vielen als slachtoffers, verwoesting van velden, gewassen en huizen teisterde het hele land. En dat alles om de eerzucht van enkele families te bevredigen. Dat ook onze eigen Bourgondische Nederlanden een soms cruciale rol hebben gespeeld is voor vrijwel iedereen totaal onbekend (1). Ook blijkbaar voor de Britten.

Sedert het drama Richard III van William Shakespeare, geldt deze vorst als de ‘misdadige bultenaar op de troon’. Shakespeare baseerde zich op een werk van Thomas More (2) (vooral bekend voor zijn Utopia). En hiermee introduceerde hij de zaak van de prinsjes in de Tower ‘the greatest mystery in the history of royal England’, prominent aanwezig in de boeken van Philippa Gregory. Zijn de zoontjes van Edward IV al dan niet vermoord door hun oom Richard (gesneuveld in de Slag bij Bosworth, 1485)?

Philippa Gregory en een hele plejade romanschrijvers voor haar zijn schatplichtig aan The Daughter of Time (1951), de ‘moeder van alle moderne historische detectives’. Er is moeilijk een roman te vinden die het verdere historisch onderzoek rechtstreeks beïnvloed heeft dan deze van de in 1952 overleden Engelse schrijfster Josephine Tey, in het Nederlands vertaald als De misdaad van de bultenaar in de Prisma-pockets en een tweede maal als Een koninkrijk voor een moord. De oorspronkelijke titel is afgeleid van het spreekwoord: “Thruth is the daughter of time” - “De Waarheid is de dochter van de Tijd” - dat in het Nederlands niet bestaat, wel in het Latijn en natuurlijk ervan is overgenomen.

 (De voorlaatste aflevering van de televisiereeks ‘Inspector Morse’ was volledig op dit boek geënt. Morse, in het ziekenhuis wegens een maagbloeding, gaat in de clinch met een vrouwelijke universiteitsprofessor en lost een moord uit het Victoriaanse Engeland op.) Bij Tey raakt haar aan zijn ziekbed gekluisterde inspecteur Grant gefascineerd door het portret van een gekwelde Richard III. Met de hulp van een jonge Amerikaanse historicus speurt hij stap voor stap in geschiedenisboeken en archivalia naar de ware toedracht van vijfhonderd jaar vroeger, als gold het een hedendaagse moordzaak. Het onderzoek loopt uit op een volledige rehabilitatie van de ongelukkige Richard. Eens zover ontdekt de jonge onderzoeker tot zijn grote wanhoop dat beroemde Engelse historici hem voor zijn geweest. (Natuurlijk steunde de schrijfster voor haar verhaal op hun werk.) En toch staat de volgens Tey vervalste waarheid nog in elk schoolboek.



King Richard III; het portret dat Grant tot zijn historische speurtocht voerde

Eerste en misschien belangrijkste vaststelling: de alom gerespecteerde Thomas More is mogelijk niet de auteur van het tussen zijn nagelaten paperassen gevonden stuk, maar een zekere John Morton, bisschop van Ely, in wiens huis hij lange tijd heeft gewoond. Morton, notoir samenzweerder tegen Richard en door hem begenadigd, is volgens Tey de man geweest die het gerucht van de moord op de prinsjes de wereld instuurde. Waar of niet? Ten tweede, More was geen ooggetuige of werkelijke tijdgenoot, zoals meestal aangenomen: hij was amper vijf jaar oud toen Richard sneuvelde bij Bosworth. Waar. Ten derde: Shakespeare schreef voor een vorstin van de Tudors, de opvolgers en gezworen vijanden van Richard, die er alle belang bij hadden zijn naam zo zwart mogelijk te bezwadderen. Zeker waar: Henry VII Tudor en Henry VIII hebben ervoor gezorgd dat alle afstammelingen van de Yorks onder allerlei voorwendsels uit de weg zijn geruimd.

In de immens populaire en nog steeds herdrukte Sesam Wereldgeschiedenis van de Zweed Carl Grimberg (+1941) voert hij de toneelauteur zelfs in feite op als een ware historische bron en volgt hem tot in de details van de afloop.

In de geschiedenis van Engeland is nauwelijks een beruchter vorst te vinden dan Richard III. Shakespeare heeft hem als een waarlijk satanische figuur getekend. Behalve aan de dood van zijn neven laat de dichter Richard schuldig zijn aan de moord op Hendrik VI en een van zijn broers. …
Hij heeft zijn nagedachtenis bezoedeld met een van de afschuwelijkste misdaden waarvan de geschiedenis van Engeland verhaalt, maar wat betreft de vele andere misdrijven die hem ten laste zijn gelegd, kan zijn schuld niet worden bewezen (
3).

Dat is een goede reden om hierboven het inleidende motto van Terry Pratchett andermaal van stal te halen.

Soms kunnen historische romans een betere plek zijn om discussiepunten in een wetenschappelijk debat te bespreken dan de vakliteratuur zelf. Deze fictieverhalen spelen dan een rol in de wetenschap. Ze gaan een reeks alternatieven na; ze kanaliseren gedachten zodanig dat er toetsbare hypotheses kunnen opgebouwd worden en wel op een manier die in de wetenschappelijke vakliteratuur weggehoond zou worden. De commentaar in het nawoord van de tweede Nederlandse vertaling overstijgt mijlenver dit ene boek van Tey: “Zelden werd, buiten de streng-wetenschappelijke sfeer zo duidelijk aangetoond hoeveel opzettelijke vertekeningen er in de ‘geschiedenis’ zijn aangebracht.”
De weerklank van Teys roman was zo enorm, dat geen enkele gezaghebbende studie over het Engeland van de late Rozenoorlog er omheen kon. Dit geldt zowel voor die van Elisabeth Jenkins, The Princes in the Tower uit 1978 als voor het standaardwerk van prof. Charles Ross (1924-1986) over Richard III. De eerste verwijst eerder positief naar haar op p. X van haar ‘Introduction’, de andere eerder negatief waar hij op p. LI van zijn inleiding refereert aan het feit dat kranten haar werk “a serious contribution to historical knowledge” noemden (4). The Daughter of Time betekende een enorme stimulans voor de Engelse Richard III Society en haar Amerikaanse zusterorganisatie, die beide op internet de verdediging voeren van een lang overleden, eeuwenlang verguisde vorst (5)!

Het boek kende in het Engels tot nu toe niet minder dan 52 drukken. De Nederlandse vertaling Een koninkrijk voor een moord zul je in de boekhandel tevergeefs zoeken, tenzij tweedehands op het net en hier en daar nog in een openbare bibliotheek.


Een gelukkige aanvulling: in 2024 is een nieuwe editie verschenen bij Uitgeverij Manteau, met inkijkexemplaar. Josephine Tey – Een koninkrijk voor een moord.indd (boekenbank.be)
Nu ook te verkrijgen als e-boek tegen een spotprijsje.

Ik ben op haar roman zo uitvoerig ingegaan, niet alleen omwille van de bestsellers (en nu de televisiereeks) van Philippa Gregory, maar vooral omdat dankzij haar het sub-genre van de historische detective ook in het Nederlandse taalgebied geïntroduceerd werd, waar het tot dan toe quasi volslagen onbekend was. Zonder Tey geen Nederlandse vertalingen van Ellis Peters (broeder Cadfael), C.L. Grace, Steven Sailor (Gordianus de Vinder) of Caroline Roe (Isaac van Girona) (6)
En evenmin oorspronkelijk Nederlandstalig werk als dat van Renée Vink (Floris V-verhalen ca. 1300), Ashe Stil (waterschout Willem Lootsman in het Amsterdam van de Gouden Eeuw) of de Evan Sharpe-boeken van Wouter van Mastricht (7) en zoveel andere andere auteurs en romans ondertussen.
De oudere Rechter Tie-verhalen van de diplomaat en sinoloog Robert van Gulik laten we buiten beschouwing: zij zijn de uitzondering die de regel bevestigen: Hij schreef in het Engels en illustreerde en vertaalde zelf zijn boeken.

In het boek van Tey komen -embryonaal weliswaar- alle belangrijke motieven aan bod die Gregory uitsmeert over haar (tot nu toe) drie dikke turven. Natuurlijk in de eerste plaats de prinsjes in de Tower. Maar daarover verder in de bespreking van de afzonderlijke romans. Hier slechts twee korte voorbeelden.


De Bourgondische connectie

De volgende keer dat Richard kwam opdraven in de roman was toen hij zonder een cent op zak de haven van Lynn uitvoer in een Hollandse boot, die daar toevallig lag toen men haar nodig had. In zijn gezelschap bevonden zich zijn broer Eduard, diens vriend lord Hastings en enkele volgelingen. Niemand van hen bezat meer dan de kleren aan het lichaam en na enig heen en weer accepteerde de kapitein van het schip Eduards met bont gevoerde cape als betaling voor de overtocht. …
Vanaf dat ogenblik was Richard steeds op de achtergrond van het verhaal aanwezig. Die hele sombere winter in Brugge en als logé van Margaret in Bourgondië - want die goedhartige Margaret die met vochtige ogen op het bordes van Baynard' s Castle met hem en George hun vader had zien wegrijden, was nu de nieuwbakken Hertogin van Bourgondië. (p. 62).


William Caxton, de eerste Engelse drukker

Een zekere Caxton kwam uit de beboste heuvels van Kent en werd leerling van een lakenkoopman, later burgemeester van Londen; daarna vertrok hij naar Brugge met de twintig marken die zijn meester hem bij testament had vermaakt. En toen twee jonge vluchtelingen uit Engeland in een druilerige herfstregen landden op de kust der Lage Landen, geheel aan lager wal, was het de welvarende koopman uit de heuvels van Kent die hun bijstand verleende. De vluchtelingen waren Eduard de Vierde en zijn broer Richard; en toen er een kentering kwam in hun lot en Eduard huiswaarts keerde om Engeland te regeren, ging Caxton mee, en de eerste boeken die in Engeland gedrukt werden, waren voor Eduard IV en geschreven door Eduards zwager. (p. 48)

Twee boeken beschouw ik, decennia achteraf, nog steeds als een soort motorisch moment voor mijn intellectueel leven en opvattingen als historicus. Beide uit eerder onverwachte hoek. Het eerste las ik op het strand van Quiberon, Bretagne op 11 juli 1980: een boekje van de beroemde Franse mediëviste Régine Pernoud (1909 - 1998) Pour en finir avec le Moyen Age (Afrekenen met de Middeleeuwen). Eerder een pamflet waarin ze haar levenslang opgekropte ergernis over de misverstanden en onuitroeibare vooroordelen rond de middeleeuwen spuide en vakkundig in de pedaalemmer deponeerde (8). Weinig boeken hebben mijn denken over de middeleeuwen, de renaissance, en geschiedenis in het algemeen even diepgaand beïnvloed. Voor het eerst gingen wetenschappelijk onaantastbaar geachte zekerheden aan het wankelen.

Het tweede is Een koninkrijk voor een moord van Tey. De oudste van de twee uitgaven steekt stukgelezen in mijn boekenkast. De roman heeft voorgoed mijn belangstelling gewekt voor historische detectives (getuige de vele besprekingen in tijdschriften en op deze en andere websites). Tey heeft evenzeer mijn blijvend wetenschappelijk wantrouwen gewekt en wakker gehouden voor nationale mythes allerhande, hetzij Belgische, Nederlandse, Servische of fabeltjes over the American Dream.

 

Aanvulling. Een ‘Never Ending History’

 



Wie zei daar weer dat toeval niet bestaat? Begin december 2024 stootten wij in amper een week op niet minder dan vier bijdragen in verband met Richard III!

Vooraf las ik voor de veiligheid na wat Dan Jones schrijft over Richard III en de verdwenen prinsjes in Gevecht om de troon. De Rozenoorlogen en de opkomst van de Tudors (1)

‘Eind juli kwam het rondreizende hof verontrustend nieuws ter ore: er was een complot ontdekt om de Prinsen uit de Tower te halen. Richard gaf daarop vanuit het noorden bevel om de samenzweerders terecht te stellen. Het is ook zeer waarschijnlijk dat hij op dit moment opdracht gaf om de prinsen in de Tower te doden. De naam van degene die de moord uitvoerde, is nooit boven water gekomen. Hoewel. Richards dienaar sir James Tyrell veel jaren later (1502?) een twijfelachtige bekentenis aflegde’.

1. Eindelijk bekeek ik een opgenomen uitzending van Lucy Worsley Investigates: Princes in the Tower (seizoen 1/3/2023).
Dit is een aflevering uit een documentaire reeks waarin Lucy Worsley (Chief Curator at Historic Royal Palaces) de meest opvallende of controversiële hoofdstukken uit de Britse geschiedenis opnieuw onderzoekt, zoals het lot van eminente gevangenen, Anna Boleyn enzovoort. En zij doet dat bij voorkeur door een bezoek-met-rondleiding aan de betrokken locaties, in dit geval natuurlijk de Tower.

Het werpt ook licht op een bijzonder controversiële episode, de vermeende bekentenis van Sir James Tyrell in 1502 van zijn verantwoordelijkheid voor de moorden op de 'Prinsen in de Tower'.

2. Tim Thornton, University of Huddersfield, West Yorkshire: (ook even vermeld in het onderstaand krantenbericht) botste louter toevallig op een brief van Thomas More, tijdens diens verblijf in Brugge in 1515 (als Engelse afgevaardigde op een belangrijke bilaterale conferentie over handelsbelangen).
Niet vermeld in het artikel: More verveelde zich in het veel te lang durende verblijf en Erasmus adviseerde hem in afwachting te gaan logeren bij hun gemeenschappelijke vriend Pieter Gillis, stadssecretaris in Antwerpen. More deed dat en als tijdverdrijf en voor de lol werkten zij, overgoten door de nodige roemers wijn en bier, aan een boekje dat later op aanraden van Gillis de titel Utopia opgekleefd kreeg, gedrukt in 1516 door een zekere Dirk Martens (2).

De gevonden brief werpt tevens zeer onrechtstreeks licht op de twijfelachtige ‘bekentenis’ van James Tyrell als mede-dader bij de moorden op de prinsjes.
More zelf schreef zijn eigen, telkens in elke studie geciteerde, onvoltooide (en pas veel later gepubliceerde),boekje over Richard III en de prinsjes hoogst waarschijnlijk in 1513. Dit werd de belangrijkste bron voor William Shakespeare en diens History of king Richard III uit 1596 of 1593(?), dat de afschuwelijke reputatie van Richard voorgoed zou vastleggen, tot in hedendaagse bewerkingen van het toneelstuk toe (3). In 2004zagen wij een uitstekende opvoering door de Nederlandse toneelgroep ZTHollandia, met als toneelachtergrond het net daarvoor teruggevonden schilderij van Rubens “De moord op de onschuldige kinderen.” Het programmablad voegde een pagina toe met een waarschuwing en meer genuanceerde, actuele kijk op Richard dan in de tekst van Shakespeares.


3. Blijkbaar bijna gelijktijdig met Thorntons bijdrage verscheen een lang artikel van Philippa Langley, ‘President of the Scottish Branch of the Richard III Society and founder of The Missing Princes Project’, in Ricardian Bulletin, juni 2021 getiteld Tyrell’s Confession – Fact or Fiction? over hetzelfde onderwerp.
Langley is degene die de begraafplaats van Richard III ontdekte, over de vondst een boek schreef, The Lost King en hoofdpersoon werd in de gelijknamige film. (Als ik het juist heb is het boek niet vertaald in het Nederlands en de film nooit in onze bioscopen geraakt. Wel echter een aantal fragmenten op YouTube.)

Typisch: Bij Thornton wijst de context van Mores brief in de richting van een schuldige Richard, bij Langley (natuurlijk) in omgekeerde richting.
Tenslotte moeten we echter ook nadenken over wat we weten in verband met het onvoltooide manuscript van Thomas; met name dat het mogelijk niet van zijn hand is, geschreven is als een dramatisch verhaal, heel lang onvoltooid, titelloos en ongepubliceerd is gebleven. En als echte 'geschiedenis' niet serieus werd genomen.


4. Artikel in De Standaard, 5 december 2024.

Nogmaals: hoe dezelfde feitengegevens in tegengestelde richting kunnen wijzen!! Slechts één ding is zeker: de prinsjes zijn totaal uit het zicht verdwenen in 1483 of 1484.
Later komt ons land nog even in de schijnwerper (maar dat is dan weer een ander verhaal): Margaretha van York , weduwe van Karel de Stoute, steunt een pretendent die beweert één van de verdwenen prinsen te zijn. Een kwestie van geloof? Of wraak op Hendrik Tudor voor de dood van haar broer Richard?


Algemene Conclusie: nieuw onderzoek, nieuwe documenten, nog steeds dezelfde onzekerheid in de krabbenmand van de Rozenoorlogen als bij het begin van mijn opzoekingen, na lectuur van Teys roman, ergens in de jaren 1980. Heb er experts over geraadpleegd in publicaties en in levende lijve in KU Leuven, Antwerpen en Engeland, zonder definitieve oplossing!!

Noten

1. Dan Jones, Gevecht om de troon. De Rozenoorlogen en de opkomst van de Tudors, Utrecht, Omniboek, 2021, 408 blz. vertaling door Roelof Posthuma van The Hollow Crown (onder die titel verfilmd met Benedict Cumberbatch (Sherlock Holmes, The imitation Game 2014) )

2. Visioenen van een ideale wereld? Het wereldbeeld van Thomas More en zijn Utopia (1516), in Histoforum Magazine 2017.

Joris Tulkens, Thomas More. Een leven in vijf vriendschappen, Leuven,, Davidsfonds, 2016.

Joris Tulkens, De verloren droom van Pieter Gillis, Leuven, Davidsfonds, 2010.

3. Neil MacGregor, Shakespeare’s rusteloze wereld, Amsterdam, Hollands Diep, 2016.

 

Meer weten


Over Richard III brengt YouTube een hele reeks video’s, zowel documentaires (bijvoorbeeld over de vondst van zijn skelet (zie Bijlage 5), en interviews met de ontdekkers) als speelfilms (The Lost King 2022, over die vondst), fragmenten uit het toneelstuk van Shakespeare, tot een volledige versie met de beroemde Laurence Olivier uit 1955 (2 u 38 minuten).

The Lost King (2022) film van Stephen Frears (duur: 1u 48 minuten), gebaseerd op het boek van Philippa Langley The King’s Grave: The Search for Richard III. Zie Bijlage 5.

The Daughter of Time kan in het Engels gratis gedownload op Gutenberg Project als Ebook
The Daughter of Time, by Josephine Tey (gutenberg.ca) en is als e-book voor drie euro te koop bij Bol.com

Bijlagen

Bijlage 1. Verfilming.
Bijlage 2. Margaretha van York
Bijlage 3. Gruuthuse
Bijlage 4. William Caxton en Margaretha van York
Bijlage 5. Skelet van Richard III gevonden
Bijlage 6. De wever en de eeuwigheid.

Bijlage 7. Heksen, hermelijn, hoogmoed & onmondige vrouwen

* De titel is een zinspeling op William Shakespeare, Richard III, 5de bedrijf, 4de toneel, als Richard tijdens de Slag bij Bosworth uitroept: “Een paard, een paard, mijn koninkrijk voor een paard!” Een beroemd gebleven zin die, gezien het verloop van de slag, zeker onhistorisch is.
Zie: Courteaux, Willy, Verzameld werk van Shakespeare, Amsterdam, Meulenhoff, 2007. Eerder afzonderlijk uitgegeven als Richard III (Klassieke Galerij, nr. 122), Antwerpen, Nederlandsche Boekhandel, 1956, 125 blz.

NOTEN

1. zie: De Maesschalck, E., De Bourgondische vorsten (1315-1530), Leuven, Davidsfonds, 2008 en: Vlaamse miniaturen.
2. Zie op de Joos de Rijcke-site, bij Waldseemüller en de geboorte van ‘America’, dl. 3 Holbein.., 07 Netwerken en: Joris Tulkens, De verloren droom van Pieter Gillis, Leuven, Davidsfonds/Literair, 2010. Zie zeker het uitvoerige en recentere Visioenen van een ideale wereld? Het wereldbeeld van Thomas More en zijn Utopia (1516) 
3. In 2004 herdrukt als Knack Wereldgeschiedenis in 6 delen door Roularta Books; citaat: dl. 3, p. 64.
4. Jenkins, E., The princes in the Tower, London, Hamish Hamilton, 1978, Introduction, p. X
Ross, Ch., Richard III. (English Monarchs), London, Methuen, 1988, p. LI
5. Richard III op internet:
De Slag bij Bosworth (waar Richard door verraad verslagen werd en sneuvelde (1485). Richard III Society (met veel links naar andere sites + historische documenten): Richard III Foundation.
6. Caroline Roe op deze site: Remedie tegen Verraad, Een kuur voor een kwakzalver, Tegengif voor gierigheid
7. Wouter van Mastricht: Spaans Vuur, Tromps Armada, Het scherp van Ambon, 2012.
8. Pernoud, R., Afrekenen met de Middeleeuwen, Beveren, Orion, 1981

Jos Martens, oktober 2012/2018/2024/2025

 

.