Dmitry Adamsky. De Russische afschrikmethode.Een strategische
cultuur van dwang en oorlog. Uitgeverij Zwartjes&Labovic,
Utrecht/VBK, Antwerpen, november 2024. 239 p., paperback, 21 x
14 cm, noten.
ISBN 978-90-391-0080-6, € 22,99.
De Russische afschrikmethode
Een strategische cultuur van dwang en oorlog
De auteur is professor aan de Reichman University in Herzliya
(Israël) en expert in militaire strategie. Hij begint met een
definitie van dwang en stelt dat de Russische strategische
afschrikking anders is dan de westerse (p. 11-19). Hij legt uit
wat strategische cultuur is. Het is allemaal zeer theoretisch en
niet bestemd voor een ‘breed publiek’, hoewel de auteur dat
beweert.
.
Inhoud
De Russische afschrikmethode. Een strategische cultuur van dwang
en oorlog
De Russische militaire wetenschap beschouwt oorlogsvoering
vooral sinds 2014 als een combinatie van klassieke oorlog met
asymmetrische of hybride methodes (p. 43). De afschrikking is
allesomvattend: een combinatie van nucleaire, conventionele en
niet-militaire vormen. Daar horen bij: cyberoorlog,
informatieoorlog, informatiedwang, informatie-afschrikking (p.
60). In 2010, 2014 en 2016 verschenen er doctrines hierover.
Tegelijk is er vaak besluiteloosheid of uitstelgedrag bij het
nemen van beslissingen, een chronische kwaal in Rusland (p. 85).
De Russische invasie in Oekraïne resulteerde in de eerste fase
in chaos (p. 86). De auteur vergeet dat diverse oorzaken hierbij
een rol speelden.
Hij zegt dat de Russische oorlogscultuur altijd meer de nadruk
legt op morele factoren, op zachte strategie dan op
materieel-technologische, waarin het een achterstand had. Men
had een diep geloof in de morele overwinning op de tegenstander.
De gefolterde Oekraïners zullen dit niet bevestigen.
Hij beweert dat het westen de signalen van Moskou i.v.m. de
komende oorlog verkeerd begrepen had: Rusland wil niet door
NAVO-landen omsingeld worden en weer een rol spelen het
wereldtoneel (p. 117-121). De oorlog in Oekraïne is een
gewelddadige en langdurige dwangcampagne met als doel de
wereldorde te herzien en een einde te maken aan de dominantie
van één land. In december 2021 stelde Poetin als ultimatum dat
Oekraïne neutraal zou blijven, d.w.z. binnen de Russische
invloedssfeer, niet bij de NAVO zou gaan en dat de NAVO zou
terugkeren naar de grenzen van 1990. Als het westen toen voldaan
had aan enkele van deze eisen, was de oorlog misschien vermeden.
Rusland wou het westen dwingen tot een nieuwe
veiligheidsarchitectuur voor Oost-Europa. De onduidelijkheid van
de Russische Rode Lijnen was altijd een kenmerk van hun
dwangstrategie.
Toen de dwangcampagne geen effect had, ging Poetin over tot
grootschalig geweld. Het herhaaldelijk dreigen met nucleaire
wapens paste bij die dwang en diende om een NAVO-interventie en
een stroom van westerse wapens tegen te houden en Oekraïne te
dwingen tot onderhandelen op Russische voorwaarden (p. 131-135).
Moskou voelde zich al jaren genegeerd door het westen en Poetin
beweerde preventief te handelen om een ‘westerse aanval zoals in
1941’ te voorkomen, hoewel daar nooit sprake van was.
Vele Russen zien de confrontatie met het westen als een
beschavingsoorlog en de Russische orthodoxe kerk steunt Poetin
hierin volledig.
De auteur denkt dat het leger opzettelijk wreedheden tegen
burgers en tegen burgerlijke infrastructuur begaat in Oekraïne
om het land zo tot overgave te dwingen (p. 150-152). Russische
experts halen nu steeds meer dwangtechnieken uit de
cyber-afschrikkingsmethodes van hun Chinese bondgenoot.
De auteur concludeert dat de Russische benadering van
afschrikking jonger is dan en verschilt van de westerse door
culturele factoren, de nationalistische mentaliteit en de
militaire inferioriteit na de val van de SU. Alle beschikbare
middelen worden geïntegreerd met de bedoeling om de status-quo
te handhaven en escalatie te voorkomen (p. 158-159). Maar met
zijn Oresjnik-raket dreigt Poetin eerder te escaleren dan te
de-escaleren. En het feit dat Rusland zich omsingeld voelt,
toont aan dat de dwanginspanningen niet gerendeerd hebben. Het
veroveren van gebieden heeft niet geleid tot verzwakking van de
NAVO, maar tot versterking met twee nieuwe lidstaten.
Beoordeling
De auteur kent het Russische defensiebeleid door en door en hij
beheerst perfect de Russische taal en de militaire vaktermen. De
lezer kan best een Russisch woordenboek bij de hand houden.
Het boek is te theoretisch voor een breed publiek en geeft
onvoldoende praktijkvoorbeelden. De verschillen met de westerse
methodes komen onvoldoende naar boven.
De noten (p. 176-238) maken indruk. De bibliografie en het
register moet je zelf aanvragen bij de uitgever
(Zwartjes&Labovic, p. 289). Dat deed ik al drie keer, maar
helaas tevergeefs.
De vertaler heeft de Engelse transcriptie van de vele Russische
woorden overgenomen in plaats van ze aan te passen aan het
Nederlands.
Nog een paar details: Clausewitz schrijven we met een ‘s’, niet
met een ‘z’ (p. 114). Adamsky zegt dat Finland en Zweden
verzocht hebben om toe te treden(p. 138): ze zijn al lid sinds
resp. 4 april 2023 en 7 maart 2024. Hij zegt dat Rusland een
paria-staat is geworden (p. 138), maar het heeft meer
zelfvertrouwen dan ooit en geniet de steun van de helft van de
wereldbevolking, nl. van de meeste landen in Azië, Afrika en
Latijns-Amerika.
©Jef Abbeel, december 2024
www.jefabbeel.be